Wat is de betekenis van Nestel?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nestel

nestel - Zelfstandignaamwoord 1. (schoeisel) een metalen of kunststoffen ringetje of buisje aan het eind van een veter dat rafelen tegengaat Je moet het nesteltje niet van de veter halen, want dan krijg je een kwast. nestel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordi...

2024-03-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

nestel

veter Ik heb, geloof ik, nooit wat geleerd van een trainer. Of toch, één ding, van een jeugdtrainer: hoe ik een bal moest leggen bij een corner of een vrije schop. We speelden toen nog met van die zware ballen met een nestel, dus het maakte wel een verschil hoe je dat ding op de grond legde. (Humo) Men ziet reclames...

2024-03-29
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

nestel

Onderscheidingsteken van gevlochten koord met aan de uiteinden twee metalen pennen, dat aan de rechter- of linkerschouder wordt gedragen. Bij de Dienst van het Koninklijk Huis wordt de nestel altijd aan de rechterschouder gedragen. Zo dragen de chef Militaire Huis en de adjudanten van de koningin rechts een goudkleurige nestel. Ook de stalmeester,...

2024-03-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

nestel

(de, -s) veter. Alle commandanten van alle detachementen moeten in het defilé een nestel dragen. Om de pil te vergulden, is bepaald dat ze slechts één veter moeten dragen. Daarenboven zal die niet in de bottines, maar op het vest worden geknoopt. - DS, 13-07-2000.

2024-03-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

nestel

Veter (zowel van een schoen, als aan jurken e.d.); schoenveter; rijgsnoer; - ook m. betr. t. snoep in de vorm van een veter: dropveter enz. Als wij uit school kwamen, liet vader ons iets kiezen uit het winkeltje nevens de deur; een pakje citroenzuur, een nestel in jujupe of een siroopstek in een blinkend papierke, LIA TIMMERMANS 1962, 106. - Zi...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nestel

genestel, vertroulik, knussies aanleun teen, skuil, bly; nesmaak.

2024-03-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Nestel

nestel, veter.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nestel

m. (-en, -s), 1. (Zuidn.) veter, rijgsnoer; 2. schoudersieraad als onderscheidingsteken op de uniform van marechaussees, adjudanten enz.; 3. (w. g.) malie van een veter of rijgsnoer.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Nestel

aan schouder bevestigd onderscheidingsteken in snoervorm, gedragen door marechaussees, adjudanten, enz.