Wat is de betekenis van musiceren?

2024-04-29
Klankschaal ABC

Geert Verbeke (2000)

musiceren

Muziek van klankschalen graaft dieper, groeit meer aan de binnenkant dan dat oren haar uit de buitenwereld kunnen plukken. Klankschalen nodigen je uit zelf te musiceren! Bij dit musiceren is er sprake van een sobere extase, een verheven gevoel ’zelf’ muziek te zijn. Muziek is een spiegel waarin alle facetten van de spirituele geestelijke en lichame...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

musiceren

musiceren - Werkwoord 1. (muziek), (inerg) het ten gehore brengen van muziek door middel van een muziekinstrument of de stem Er werd de hele avond heerlijk gemusiceerd. Woordherkomst afgeleid van het Franse musiquer (met het achtervoegsel -eren)

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

musiceren

musiceren - regelmatig werkwoord uitspraak: mu-si-ce-ren 1. muziek maken ♢bij ons in de familie wordt veel gemusiceerd Regelmatig werkwoord: mu-si-ce-ren ik musiceer jij/u musiceert...

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Musiceren

muziek maken

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Musiceren

goede muziek maken

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Musiceren

(musiceerde, heeft gemusiceerd), (<Fr.), muziek maken, aan muziek doen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

musiceren

gemusiceerd; naar het model van Fr. ww. gevormd: muziek maken.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

musiceren

(muzi'se:rən) (musiceerde, heeft gemusiceerd) muziek maken, aan muziek doen.