Wat is de betekenis van music-hall?

2024-04-29
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

music-hall

Music-hall is een variété-theater, ontstaan in Engeland in de tweede helft van de 19e eeuw; men bouwde music-halls als tegenhanger van de officiële theaters (1); de sfeer was ongedwongen en komische acts, pantomime en cabareteske zangnummers wisselden elkaar af ('gevarieerd theater'); bloeitijd vooral in de VS en Frankrijk, tot aan de komst van de...

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Music-hall

variététheater

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Music-hall

variété, schouwburg

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

music-hall

variété(theater).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Music-hall

(Eng.), m. (-s), variété.

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Music-hall

(Eng., Fr.) variété-schouwburg, grote cabaretzaal met zeer gevarieerd programma.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

music-hall

v. -s; Eng. specialiteitentheater.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

music-hall

[Eng. ], m. (music-halls), variété, variététheater. De term music-hall werd voor het eerst gebruikt in 1848, toen Charles Morton in zijn Londense café een ruimte vrijmaakte voor zang en toneelspel. Dit initiatief vond navolging. In vrijwel alle grote steden werden tussen 1850-70 music-halls gebouwd, waar men zangn...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

music-hall

music-hall - soort café-chantant.