mogol
(1935) (Leiden) wandelende dikke vrouw. Afgeleid van het Bargoense woord ‘mokkel’ (meisje, vrouw), waarbij geassocieerd wordt met mollig. Of van het Spaanse ‘muchacha’? Een moggel-moer was in de 17e eeuw een lichtzinnige of slonzige vrouw. Vgl. pieremachochel. • mogol (klemtoon op gol), wandelende -, dikke -, omvangrijk...