Wat is de betekenis van minnaar?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

minnaar

Het begrip minnaar heeft 3 verschillende betekenissen: 1) man in een seksuele relatie. man die een intieme, vaak seksuele relatie met iemand onderhoudt; man met wie iemand een intieme, vaak seksuele relatie heeft; man in een intieme, vaak seksuele relatie; man door wie iemand wordt bemind. 2) buitenechtelijke geliefde. man die een bu...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

minnaar

minnaar - Zelfstandignaamwoord 1. degene die liefheeft Woordherkomst Afgeleid van minnen met het achtervoegsel -aar en volgens regel 2.B. Synoniemen geliefde, liefhebber

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

minnaar

minnaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: min-naar 1. man van wie je houdt en met wie je vrijt ♢mevrouw Kolk heeft tegenwoordig een minnaar Zelfstandig naamwoord: min-naar de minnaar de minnaa...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

minnaar

geliefde, liefhebber.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Minnaar

s.; (v. e. vrouw), frijer; (v. e. bezigheid, enz.), leafhawwer, biminner.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Minnaar

m. (...naren, -s), 1. iem. die een vrouw liefheeft en dit laat blijken : een onervaren minnaar; 2. (veroud.) geliefde; 3. iem. met wie een vrouw leeft zonder met hem getrouwd te zijn : haar minnaar heeft haar verlaten; 4. liefhebber: een minnaar van de jacht.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

minnaar

m. -s, minnaren; hij die een vrouw, een meisje liefheeft; beminnaar; vrijer: fig. een minnaar van jagen, liefhebber.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

minnaar

('minna:r) m. (...naren, -s) 1. Algm. hij die mint, liefheeft, van iets houdt : een van zijn volk, van de jacht, van mooie vormen. 2. Inz. hij die een vrouw liefheeft en wel a. zijn liefde laat blijken om wederliefde te verkrijgen : zijn aantrekken, afwijzen, b. ongeoorloofde gemeenschap heeft met haar : het is een gemene vrouw, zij heeft e...