minder
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
minder - Onbepaald hoofdtelwoord 1. vergrotende trap onverbogen vorm van weinig minder - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van weinig minder - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minderen ♢ Ik minder 2. gebiedende...
Muiswerk Educatief (2017)
minder - bijwoord, bijvoeglijk naamwoord, telwoord uitspraak: min-der 1. niet zoals een andere keer ♢het is vandaag minder druk op straat 2. niet zo vaak als anders ♢jij moet eens wat minder spijbelen!...
Marc de Coster (1998)
1. mag het iets/een ietsje - (zijn)?,zie mag het iets/ een ietsje meer (zijn)? 2. - is meer,motto van de Duitse architect Mies van der Rohe van de Bauhaus-school (al is er al een vindplaats uit 1855): minder visuele vervuiling draagt bij tot een leefbaarder omgeving. Hierop aansluitend ontstond de slogan de vorm volgt de functie:pure, onversierde...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: