mijnheer
mijnheer - zelfstandig naamwoord uitspraak: mijn-heer 1. mannelijke volwassen persoon ♢dag mijnheer Jansen! Zelfstandig naamwoord: mijn-heer de mijnheer de mijnheren ...
Muiswerk Educatief (2017)
mijnheer - zelfstandig naamwoord uitspraak: mijn-heer 1. mannelijke volwassen persoon ♢dag mijnheer Jansen! Zelfstandig naamwoord: mijn-heer de mijnheer de mijnheren ...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...heren, mijne heren), 1. titel voor een volwassen manspersoon met wie men niet gemeenzaam is en die men niet tot de geringe stand rekent: wil mijnheer nu eten! mijn lieve, beste mijnheer; dag mijnheer Bandt; mijnheer 'pastoor; 2. heer des huizes: is mijnheer thuis?; 3. als gewoon zn.: man die door zijn voork...
M. J. Koenen's (1937)
m., mijne heren, mijnheren; in het alg. titel voor een volwassen manspersoon, dien men niet tot de geringe stand rekent; met allerlei betekenisschakeringen; uit de hoogte sprekend of als beledigde: wie zijt gij mijnheer, die .... ? spottend: mijnheer had geen trek in werken; is mijnheer thuis? de heer des huizes? dat doet hij niet, hij is een mijnh...
Jozef Verschueren (1930)
(mə'ne:r) m. (mijnheren; -tje) I. Eig. titel voor een volwassen persoon, die men niet tot de geringe stand rekent : -, wil u even wachten? gelieft ook een sigaar? mijn beste, mijn lieve -, dat gaat immers niet; en wie zijt gij, -? gebruikt wanneer men beledigend of uit de hoogte spreekt; kom eens hier, -, wat zie je er keurig uit, tot een klei...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: