Met den handschoen trouwen
D.i. bij afwezigheid van den bruidegom met een vanwege dezen met volmacht bekleed persoon trouwen; eene herinnering aan den tijd, toen men eene bevoegdheid aan iemand kon overdragen door hem zijn handschoen te zenden (Grimm, Rechtsalterth. 154). De oorspr. beteekenis gevoelt men thans niet meer, daar men de uitdr. nu opvat als: niet met ontbloote h...