Wat is de betekenis van meerval?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

meerval

grote vis met baarddraden. vis behorende tot een specifieke vissenfamilie van grote zoetwatervissen met baarddraden en een platte, harde kop; ook: gewone meerval; Europese meerval. Kan in allerlei ondersoorten onderverdeeld worden, met als bekendste soorten de Europese meerval en de Afrikaanse meerval en het meervoud meervallen wordt ook...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

meerval

meerval - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) Siluris; een geslacht van grote roofvissen. Meestal wordt hiermee de Europese meerval (Siluris glanis) bedoeld Meervallen zijn roofvissen die voorkomen in heel Eurazië. Woordherkomst samenstelling van meer en val

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Meerval

rivierroofvis

2024-04-29
Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Meerval

Het is nog steeds een raadsel, hoe de meerval, Europa’s grootste zoetwatervis, in dat kleine stukje West-Nederland is terechtgekomen. Eens leefde hij in de grote en woeste Haarlemmermeer, maar na de drooglegging daarvan week de meerval uit naar omringende plassen en kanalen, Westeinder, Kaag, Poel, Ringvaart. Daar leeft hij nu nog; niet in gr...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Meerval

m. (-len), weekvinnige, tot 3 m lange roofvis in de rivieren van Oost-Europa, inz. in de Donau (Silurus glanis).

2024-04-29
Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Meerval

(Silurus glanis, orde Karperachtigen) Brede kop met brede bek en 6 baarddraden (2 grote aan de bovenkaak, 4 kleinere aan de onderkaak). Ogen klein. Lange aarsvin. Huid zonder schubben. Licht of donkerder gemarmerd. Tot 2,5 m. Grootste inheemse zoetwatervis. Bodembewoner. Solitair. Leeft van andere vissen, watervogels en kleine zoogdieren. Zeer zeld...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

meerval

m. -vallen; weekvinnige rivierroofvis; Lat. silurus glanis; ook: wentelaar of visduivel.

2024-04-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Meerval

weekvinnige rivier-roofvisch, orde der karpers, platte kop met voeldraden, groengrijs, tot 3 m lang, in Midden- en O.-Europa.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Meerval

(Silurus glanis L.), een soort van de fam. der meervallen, orde der beenvisschen, leeft in de rivieren van Midden- en O. Europa; in Ned. zeldzaam, vroeger bewoner van het Haarlemmermeer, thans nog sporadisch aangetroffen in de randplassen van den Haarlemmermeerpolder. De m. heeft een naakten romp, op de bovenkaak twee witachtige en op de onderkaak...