Wat is de betekenis van Mast?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

mast

(1651) (inf.) mannelijk lid (in erectie). Vgl. paal*. • Grotesk klassieke verwijten dat hij, de leraar, ik, niet op de hoogte was van wat een man moest zijn op dit terrein. Dit is: dagelijks in de aan val, mast voorwaarts. (Hugo Claus: De verwondering. 1962) • Ook voor wat de mannen betreft, zoekt ze af en toe voor wat afwisseling. De lu...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mast

mast - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) lange, rechtop staande paal midden op het schip waaraan vlaggen, zeilen en/of ra|ra's bevestigd kunnen worden 2. palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden 3. lange paal voor vlaggen - vlaggenmast 4. hoge antenne 5. varkensvoer, bestaande uit eikels en beu...

2024-04-26
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Mast

Mast - met de zeilen voor de mast liggen: niet meer verder kunnen. Voor de mast zitten: zijn buik vol hebben, niets meer kunnen eten. Voor de mast gediend hebben: van gewoon schepeling opgeklommen tot officier. Hij zal de mast wel op krijgen: hij zal zich wel redden.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mast

mast - zelfstandig naamwoord 1. rechtopstaande paal ♢de zeilen zijn vastgemaakt aan de mast van het schip 1. de mast strijken [neerhalen] 2. met de zeilen voor de mast liggen...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

mast

(zn) dennenboom BM.

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

mast

Mannelijk geslachtsorgaan. Deze metafoor werd al opgetekend in de zeventiende eeuw, o.a. bij M. van de Merwede: Heer Van Clootwijck. ‘Uyt-heemsen oorlog, ofte Roomsche min-triomfen’ (1651). Een ‘half mast’ slaat op een halve erectie. In een bedscène speelt Renée Soutendijk met de ‘half mast’ van Rien (Hans van Tongeren), terwijl ze een parallel tre...

2024-04-26
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Mast

Mast - Zie: Mille Colonnes

2024-04-26
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

mast

De 16de en 17de eeuw kennen de bastaardvloek gans mast. Ik neem aan dat mast de betekenis ‘kruis’ heeft. De vloek c.q. uitroep betekent dan ‘bij het kruis van Jezus Christus’. Deze vloek heeft weer de vloeken ellemasten en o eldremasten geinspireerd. De laatste bevatten in de eerste constituent ee...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

MAST

in grote delen van de provincie zegt men mast voor den. ook voor dennebos; fijne mast is de grotere, grove den; grove mast die met langere naalden; de benaming varieert van streek tot streek: fobes, kroot, kuitje, bolleke, eppelke, dol, dolleke. toot en teut. W. Iven.