Voor de mast zitten

a Zijn bord niet leeg kunnen eten, omdat men verzadigd is;

Voor de mast zitten

b niet verder kunnen (‘voor de mast’ van 'vermast'= machteloos gemaakt)

De mast overboord zeilen

Failliet gaan door een te overvloedige leefwijze

Vóór de mast zitten

Verzadigd zijn terwijl men nog voedsel voor zich heeft staan, geen trek meer hebben. De herkomst is onzeker. Mogelijk verbastering van Mnl. vermast (van: vermassen, d.i. machteloos maken). Dus: door i...
Lees meer

De mast op kunnen krijgen

Zich zelf weten te redden

Voor de mast gediend hebben

Van gewoon matroos opgeklommen zijn tot officier

Hij zit voor de mast

Hij heeft te veel eten opgeschept

Voor de (grote) mast zitten

De spijs, die men op zijn bord genomen heeft, niet op kunnen

Van zijn mast een schoenpin maken

Iets goeds bederven om een kleinigheid

Varen waar de grote mast vaart

Doen wat de meester wil

De bezem in de mast voeren

De heerschappij op zee bezitten

De bezem in de mast voeren

Dit deden in de middeleeuwen de oorlogsschepen, als symbool dat men de zee van vijanden wilde schoonvegen. Figuurlijk: krasse maatregelen treffen

Hij heeft voor de mast gediend

Hij is van eenvoudig matroos opgeklommen tot officier

Hij vaart voor de grote mast

Hij doet precies wat zijn meerderen willen

Hij kan de mast wel opkrijgen

Hij weet zich uit iedere situatie te redden

Hij zal de mast wel opkrijgen

Hij zal zich wel weten te redden

Met zeilen tegen de mast liggen

In onmacht liggen

Geen oordjes, geen mastellen

Zonder geld bekomt men niets

Geen oordjes, geen mastellen

Niets voor niets

Hij maakt van zijn mast een schoenpin

Hij bederft een goede zaak om een kleinigheidje

Hij maakt van zijn mast een schoenpin

Hij bederft iets goeds om een beuzeling

Dat zal aan de mast wel drogen

Dat zal wel beteren

Hij vaart, waar de grote mast vaart

Hij volgt waar zijn meerdere hem voorafgaat; hij doet wat zijn meester wil

Hij ligt met de zeilen voor de mast

Hij staat op het punt om te beginnen
toon meer resultaten