Manoir
[Fr., van Lat. manere = verblijven; vgl. Eng. manor] huis van een landjonker, een landhuis van enige omvang met bijbehorende grond en agrarische gebouwen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr., van Lat. manere = verblijven; vgl. Eng. manor] huis van een landjonker, een landhuis van enige omvang met bijbehorende grond en agrarische gebouwen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr.], v./m., verblijf, villa, jachthuis. Een manoir werd in de middeleeuwen bewoond door leenmannen die niet het recht hadden hun verblijf door grachten, muren en donjons te versterken. In de renaissance is deze naam overgegaan op villa’s en jachthuizen, die niet naar het model van de versterkte kastelen waren gebouwd. Veel betekenis had de...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: