Wat is de betekenis van manoir?

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Manoir

[Fr., van Lat. manere = verblijven; vgl. Eng. manor] huis van een landjonker, een landhuis van enige omvang met bijbehorende grond en agrarische gebouwen.

2024-04-30
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Manoir

woning; riddergoed, kasteel.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

manoir

(Fr.) m. riddergoed, landgoed.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

manoir

[Fr.], v./m., verblijf, villa, jachthuis. Een manoir werd in de middeleeuwen bewoond door leenmannen die niet het recht hadden hun verblijf door grachten, muren en donjons te versterken. In de renaissance is deze naam overgegaan op villa’s en jachthuizen, die niet naar het model van de versterkte kastelen waren gebouwd. Veel betekenis had de...