Wat is de betekenis van manoeuvre?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

manoeuvre

manoeuvre - Zelfstandignaamwoord 1. Handeling waarmee men de voortgang van een voertuig verandert, zoals bijvoorbeeld een parkeermanoeuvre.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

manoeuvre

manoeuvre - zelfstandig naamwoord uitspraak: ma--vre 1. manier waarop je iets doet ♢door die manoeuvre met je brommer breng je andere weggebruikers in gevaar 2. uitgekookte manier van aanpakken ...

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Manoeuvre

ook: maneuver [Fr. manoeuvre, van manoeuvrer, van VLat. manoperare = Lat. manu operari = met de hand werken, van manus = hand, en opus, operis = werk] 1. handgreep, handeling, spec. bij het besturen van voer- en vaartuigen e.d. (bijv.: inhaalmanoeuvre); wending daarbij (bijv.: een on...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Manoeuvre

(maneuver) krijgsoefening; wending; slinkse handelwijze; kunstgreep

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Manoeuvre

handeling, handgreep, wending van een schip; beweging; manoeuvres: oefeningen van troepen of oorlogsschepen; ook: listen en lagen, kunstgrepen.

2024-04-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Manoeuvre

beweging, manœuvre [v. troepen, schepen]; kunstgreep, list, slinkse streek; ’t besturen, bestuur, behandeling; touw(werk), want; ’t rangeren [v. trein]; manoeuvres courantes, lopend want; manoeuvres dormantes, staand want; locomotive de manoeuvre, rangeerlocomotief; manoeuvre, (los) werkman; opperman; handlanger.

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

manoeuvre

I. manœuvre; kunstgreep; II. manoeuvreren; intrigeren; III. manoeuvre away (out), handig loodsen, wegwerken, -krijgen.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Manoeuvre

(Fr.), v. (-s), 1. handgreep, wijze van bij een zaak te werk te gaan; — inz. in toepass. op de kunstige bewegingen, wendingen enz. ter besturing van een schip of zoals uitgevoerd door een menigte krijgsvolk; 2. (meest mv.) militaire gevechtsoefening, spiegelgevecht: de manoeuvres worden dit jaar in het Zuiden gehouden; gecombineerd...