Wat is de betekenis van mangel (gebrek)?

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mangel (gebrek)

(’mangəl) o. [~ mank] Veroud. gebrek : aan geld; bijvan goede tabak, van vertrouwen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mangel (gebrek)

o., gebrek aan iets, ontstentenis, afwezigheid: bij mangel van vertrouwen.