Wat is de betekenis van Mal-a-propos?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Mal-à-propos

[Fr.] I. zn misverstand; II. bw op ongeschikt moment, te onpas.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Mal-à-propos

ten onpas, ongelegen; ook: misverstand

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mal-a-propos

(Fr.), te onpas, ongelegen.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

mal-à-propos

(Fr.) 1 aj. te onpas, ongelegen komend; 2. o. misverstand.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mal-à-propos

Fr., 1. bw.; te onpas, ongelegen; 2. o.; misverstand.

2024-04-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

mal-à-propos

(Fr.) ongelegen, te onpas.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mal-à-propos

(mal-a-pro'vo) [Fr.] 1. bw. te onpas, ongelegen. 2. o. dwaze toestand door misverstand ontstaan.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mal-à-propos

[Fr.], bw., te onpas; zn. o., misverstand.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

mal-à-propos

mal-à-propos - ten onpas, ongelegen.