Van Dale Uitgevers (1950)
bn., macaronische verzen, poëzie, burleske verzen waarin verschillende talen dooreengemengd zijn, of waarin de woorden van een nieuwere taal naar de vormen van een oudere, met name de Latijnse, zijn verbogen en vervoegd, b.v.: Sic secundus nummerus Fiat meesterstukkius ! (Braga).
M. J. Koenen's (1937)
bn.: macaronische verzen, waarin men woorden van verschillende talen dooreenmengt en de woorden van de ene verbuigt naar de regels van de andere, b.v. habes nullum belullum, gij hebt er geen benul van.
Jozef Verschueren (1930)
(maka'ro:nis) bn. 1. macaronische verzen makend : een dichter 2. bestaande in macaronische verzen: -e poëzie.
J.H. van Dale (1898)
Macaronisch bn. macaronische verzen, zulke, waarin verschillende talen dooreengemengd zijn; ook zulke verzen, waarin de woorden van eene nieuwere taal naar de vormen van eene oudere, met name de Latijnsche, zijn verbogen en vervoegd; macaronische poëzie; macaronische dichters, dichters van macaronische verzen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
