Wat is de betekenis van luchtweg?

luchtweg - Zelfstandignaamwoord 1. vooral als meervoud luchtwegen: organen waardoor de lucht in de longen komt 2. route die een luchtvaartuig neemt Woordherkomst samenstelling van lucht en weg

luchtweg - zelfstandig naamwoord uitspraak: lucht-weg 1. orgaan waardoor de lucht in en uit de longen komt ♢ hij heeft een infectie aan zijn luchtwegen Zelfstandig naamwoord: lucht-weg de luchtweg ...

De weg waarlangs door de neus en mond ingeademde lucht de beide longen bereikt. De ‘bovenste luchtwegen’ bestaan uit het gebied van de neus tot aan het strottenhoofd, met erbij de neusbijholten (sinussen) en de keelholte (farynx). Ze zorgen dat ingeademde lucht wordt verwarmd en bevochtigd voordat die naar de longen gaat. Dit gedeelte van de luchtw...

m. (-en), 1. weg door de lucht, voor het luchtverkeer; 2. (mv.) organen waardoor de lucht in en uit de longen komt.

m. luchtwegen; weg van een luchtvaartuig; vero. strottenhoofd; in het mv. gezamenlijke organen, waardoor de lucht in de longen komt en ze verlaat.

m. (-en) 1. weg voor het luchtverkeer. 2. een der organen waardoor de lucht in en uit de longen komt.

m. (-en), 1. (luchtvaart) een door de overheid vastgesteld kokervormig gedeelte van het luchtruim waarin bepaalde vliegtuigen (b.v. verkeersvliegtuigen) zich moeten voortbewegen; 2. (mijnbouw) kleine galerij of afgesloten deel van een galerij voor ventilatiedoeleinden. Een luchtweg, internationaal airway genoemd, wordt altijd volgens een rechte l...

...

...