Wat is de betekenis van luchtwegen?

luchtwegen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord luchtweg

deze beginnen bij de ingang van de neus, gaan verder door neusholte, keelholte, strottehoofd, luchtpijp, bronchiën naar de longen. In de keelholte wordt de luchtweg gekruisd door het spijsverteringskanaal. De luchtwegen dienen voor de aanvoer van ingeademde lucht en afvoer van de in de gasuitwisseling verbruikte, uit te ademen lucht. Zie afbee...

de gezamenlijke buizen waardoor de lucht wordt ingeademd: neus, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchi, bronchioli; zijn met een gedeeltelijk soms van trilharen voorzien slijmvlies bekleed (zie ook catarrh).

m. (mv.), het buizenstelsel dat de buitenlucht in verbinding brengt met de doorstroomde wand van de long, waar de uitwisseling van gassen en waterdamp tussen het bloed en de buitenlucht plaatsheeft. De luchtwegen bestaan uit neus-, monden keelholte, strottehoofd, luchtpijp, de beide bronchi (bronchus) die zich in kleinere takken verdelen, de bronch...