Wat is de betekenis van loopkevers?

loopkevers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord loopkever

of roofkevers. De langpotige, met krachtige mondwerktuigen en snoervormige sprieten toegeruste loopkevers zijn uitgesproken rovers. Zij houden zich overdag onder stenen verborgen; ’s nachts vernietigen zij slakken, wormen en larven. Een der fraaiste loopkevers is de gouden loopkever, een der grootste de carabus coriaceus (4 cm). Wanneer men z...

Fam. Carabidae, met het opvallende gesl. Cartibus, zijn rovers. Het gesl. Carabus eet echter planten en is schadelijk in de graanteelt.

(Carabidae), uitgebreide keversoort, leven op de grond. Draadvormige antennen, lange looppoten, sterk ontwikkelde monddelen. Bekende soorten Zandtorren*, Schallebijters*. Leven van dierlijk voedsel, dus nuttig voor de landbouw.

m. mv. (roofkevers [Lat. carabidae], die zich door een snelle loop kenmerken).

(Carabidae) of aardtorren, fam. van kevers, waartoe ca. 10 000 soorten behooren, die in alle werelddeelen worden aangetroffen. L. hebben lange, krachtige pooten en bijtende kaken; zij eten vooral vleeschvoedsel, dat door afgescheiden kliersap reeds buiten het lichaam wordt verteerd en daarna opgezogen. Het zijn op den grond levende nachtdieren, die...

Loopkevers - of aardtorren, Caraboidea, een onderorde der schildvleugelige insecten, met langwerpig, weinig gewelfd lichaam, zwart, bruin of metaalglanzend. Monddeelen krachtig bijtend. Achtervleugels vaak rudimentair; pooten lang en krachtig. Echte landdieren, meestal echter op niet te droge plaatsen. Voeden zich voornamelijk met insecten, wormen...

m. (mv.), (ook: aardtorren), Carabidae, een onderorde van schildvleugelige insekten. Loopkevers hebben een langwerpig, weinig gewelfd lichaam, en zijn zwart, bruin of metalig glanzend gekleurd. Zij hebben krachtige, bijtende monddelen; de achtervleugels zijn vaak rudimentair, de poten lang en krachtig. Het zijn echte landdieren, maar zij komen mees...

zie Carabidae.