Wat is de betekenis van letten?

Letten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Let

letten - regelmatig werkwoord uitspraak: let-ten 1. er extra aandacht aan besteden ♢ let goed op verkeer van rechts! 1. op de tijd letten [oppassen dat het niet te laat wordt] ...

v., lette, deare, hinderje; op iets — eat achtslaen, earne acht op jaen, slaen eat ealgje, earne regaed op slaen, earne om tinke.

...

(lette, heeft gelet), 1. beletten, verhinderen: wat let mij of....! 2. deren, nadeel toebrengen; 3. acht geven: let nu wat gebeurt (Staring; — let er eens op of die zaak niet verkeerd uitkomt, ga het eens na; — let wel, nota bene; 4. bijzondere aandacht schenken aan, toezicht houden op, waken voor: le...

m. mv. hoofdstam van de bevolking van Lijfland. lettré, (Fr.) geletterd(e), geleerd(e).

lette, h. gelet (1 achtgeven, opletten; 2 beletten, hinderen, deren; 3 Z.-N. toeven): 1. niet op zijn zaken letten; let op mijn woorden; let wel! let eens op mij! 2. wat let mij, te gaan (of: of ik ga)? wat let u? 3. Z.N. let nog wat.

bevolking van Letland.

oorspr. bewoners v. Lijfland, Indo-Germ. volk, ±1,5 mill.