Wat is de betekenis van Lettenkolen?

2025-01-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lettenkolen

LETTENKOLEN, v. mv. zekere delfstof.

2025-01-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Lettenkolen

Lettenkolen (De) behooren tot het triasgesteente, hetwelk in Noord-Duitschland en elders den muschelkalk bedekt. De gele zandsteen van deze vorming is in zijne onderste lagen bruinachtig rood, daarboven geel, fijnkorrelig en een voortreffelijke bouwsteen. Nog belangrijker is deze vorming wegens haren grooten rijkdom van planten, tot de equisetaceën...

Gerelateerde zoekopdrachten