leening
leening - Zelfstandignaamwoord 1. verouderde spelling of vorm van lening van vóór 1946/47
Wiktionary (2019)
leening - Zelfstandignaamwoord 1. verouderde spelling of vorm van lening van vóór 1946/47
D.C. van der Poel (1940)
Vrijwillige (met uitz. van gedwongen staats-L.) en tijdelijke (met uitz. van eeuwigdurende L.) overdracht van koopkracht in de vorm van geld tegen vergoeding van rente. De beide uitzonderingen zijn betrekkelijk, daar in de regel de bewijzen zoowel van een gedwongen als van een eeuwigdurende L. verhandelbaar zijn en dus de oorspronkelijke verhouding...
J. Hagers (1910)
Leening - het tijdelijk in gebruik afstaan aan derden van eenig goed, hetzij met of zonder beding van eenige vergoeding [of interest voor dat gebruik. Het B. W. onderscheidt: bruikleening en verbruikleening, art. 1777 tot 1780.
J.H. van Dale (1898)
LEENING, v. (-en), het leenen; geleende of te leenen geldsom eene leening sluiten, aangaan, negotieeren; de vrijwillige leening van 1844; loterijleening; bank van leening, zie bank; leening en prolongatie, beleening op geldswaarde (inz. effecten).
I.M. Calisch (1864)
Leening, v. (-en), het leenen; geleende of te leenen geldsom; eene - sluiten, aangaan, negotiëren; loterij - bank van -; leening en prolongatie, beleening op geldswaarde (inz. effecten).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: