Wat is de betekenis van lavendel?

lavendel - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m) (plantkunde) Lavandula, een struik uit de lipbloemenfamilie Lamiaceae die vaak is terug te vinden in tuinen omwille van de paarse kleur en de geur van de bloemen 2. (n) (kleur) de kleur van lavendel ♢ Heeft u die ook in het laven...

lavendel - zelfstandig naamwoord uitspraak: la-ven-del 1. struik met bloemen die sterk geuren ♢ we keken uit over de prachtige paarse velden met lavendel 2. gedroogde bloemen van de lavendelstruik ...

Lavandula angustifolia: Een welriekend dwergheestertje dat min of meer opgaand groeit en zelden hoger wordt dan 40 tot 50 cm. De twijgen zijn vierhoekig en grijs behaard. De bladeren zijn kruisgewijs tegenoverstaand en lijnvormig. De bladrand is steeds iets ingerold, speciaal bij heel droog weer. De jonge blaadjes zijn aan beide zijden behaard, maa...

Wat is de herkomst van het woord lavendel? a Lavendel gaat terug op laventi goeli, de naam van een Indisch kruid dat in de jaren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie op grote schaal naar Nederland verscheept werd. Laventi goeli stond bekend om zijn geneeskundige kracht. b Lavendel betekent eigenlijk ‘wat dienstig is...

heester

(Lavandula officinalis en L. spica): de bloemen bevatten een etherische olie, die galvloed opwekt en kalmerend werkt op de zenuwen. De bloemen worden verwerkt in kalmerende thee en galthee.

geurige plant van de familie der lipbloemigen

s., lavindel.

...