Wat is de betekenis van langen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

langen

langen - Bijvoeglijk naamwoord datief van lang, archaïsch|archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukking voorkomt langen - Werkwoord 1. aanreiken, aangeven 2. verlangen Woordherkomst afgeleid van lang met het achtervoegsel -en

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

langen

(Iets) aanreiken, inz. m. betr. t. een voorwerp dat zich buiten het bereik van iem. bevindt; aangeven; (te voorschijn) halen, nemen enz. Een deel (van de buit) voor hen die de kastanjes uit het vuur langden, een deel voor Jan de Lichte, en een deel voor de bendekas van Embo ... waarvan de afrekening nooit eens onder mijn neus werd gebracht,...

2024-04-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Langen

Hendrikus Johannes Franciscus van; geb. Grave 24 februari 1874, overl. Haarlem 22 oktober 1964 Signeerde: H. van Langen. Woonde en werkte o.m. in Schiedam en van 1941 af in Haarlem. Portrettekenaar en kunstschilder, o.m. van interieurs.Scheen 1969.

2024-04-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

langen

(langde, heeft gelangd), 1. aanreiken. Henkie, lang een stuk papier voor me, no (BN 120: 50; 1980). 2. reiken, uitsteken (van een hand e.d.). Me jonge, lang je hand, dan neem een kaars, dan brand 't fo die wezens die me nie goed dorsten los te laten! (Cairo 1980c: 543); het zijn de woorden van een stervende. - Etym.: In AN veroud. - Syn. v...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Langen

v., langje.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Langen

I. LANGEN (langde, heeft gelangd), 1. (gew. en dicht.) aangeven, overreiken: och, lang mij even dat boek; 2. iem. de hand langen, toesteken; 3. (Zuidn.) halen, krijgen, nemen: de kat kan ook boter langen. II. LANGEN, (heeft en is gelangd) (Zuidn.) 1. langer maken; 2. langer worden: de dagen langen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

langen

I. langde, h. gelangd (1 overreiken, aangeven; 2 Z.-N. nemen): 1. lang mij het zout eens! 2. iets uit de kast langen. II. Z.-N.; zie lengen.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Langen

1° Karel Frederik Hendrik van, kenner van het Atjèhsch. * 28 Maart 1848 te Willem I (res. Semarang, N.I.), † 18 April 1915 te Ede. In 1892 ter beschikking gesteld van den gouverneur van Atjèh met het oog op de behartiging der Atjèhsche zaken in het algemeen en voor de invoering van de zgn. scheepvaartregeling in het...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

langen

('langən) (langde, heeft gelangd) aangeven, overreiken: lang mij even dat boek uit de kast.