landelijk
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
landelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. met betrekking tot of geldend voor het hele land ♢ De gemeentelijke verkiezingen worden overschaduwd door de landelijke politiek. ♢ De landelijke museumdag trok veel bezoekers. 2. met betrekking tot minder bevol...
Muiswerk Educatief (2017)
landelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: lan-de-lijk 1. met de rust van het platteland ♢ zij wonen erg landelijk daar in Lutjebroek 2. wat te maken heeft met het hele land ♢ de Volkskrant is...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. bij het platteland behorend; daarbij passend, zodanig als men het daar aantreft, natuurlijk, eenvoudig: een landelijk feest; landelijke genoegens; landelijke stilte, eenvoud; 2. op het platteland liggende: landelijke eigendommen; 3. (germ.) zich uitstrekkende over het gehele land, in tegenst. tot plaatselijk...
M. J. Koenen's (1937)
I. bn., bw. (1 dorps; eenvoudig; 2 nationaal, germ.): 1. een landelijk feest; landelijk stilleven; 2. een landelijk ruiterfeest; II. landelijke, o.: O.-I. in het landelijke gaan, bij de cultures.
Jozef Verschueren (1930)
('landələk) bn. en bw. 1. van, betreffende, zoals op het platteland : -e eenvoud. 2. eenvoudig : een feest. 3. van, betreffende het gehele land : een komitee, kongres. Tgst. gewestelijk, plaatselijk.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. bij het platteland behorend; daarbij passend, zoals men het daar aantreft (veelal met gedachte aan: natuurlijk, eenvoudig): een feest; landelijke genoegens; landelijke stilte, eenvoud; het is hier nog echt -; 2. op het platteland liggend: landelijke eigendommen; 3. zich uitstrekkend over het gehele land: het comité.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: