Lafheid
v. 1. het laf-zijn, hetzij smakeloosheid of gebrek aan moed, lafhartigheid; 2. (...heden), laffe daad, handeling of uiting.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. 1. het laf-zijn, hetzij smakeloosheid of gebrek aan moed, lafhartigheid; 2. (...heden), laffe daad, handeling of uiting.
Wiktionary (2019)
lafheid - Zelfstandignaamwoord 1. de neiging keuzes te maken die van weinig moed getuigen ♢ Zijn gedrag op het slagveld werd als lafheid betiteld. Woordherkomst Afleiding van laf met het achtervoegsel -heid
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
lafheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: laf-heid 1. gebrek aan moed ♢ de meester durfde door zijn lafheid niet op te treden tegen de lastige leerling 2. gebrek aan smaak ♢ de lafheid van dit...
Jozef Verschueren (1930)
('lafheit) v. (...heden) I. Eig. 1. het laf (1) zijn, flauwiteit. 2. het laf (4) zijn: iemand zijn verwijten. II. Metn. laffe (4) daad.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. het laf zijn, hetzij smakeloosheid of gebrek aan moed; 2. (-heden), laffe daad, handeling of uiting.
J.H. van Dale (1898)
v. smakeloosheid; lafhartigheid; —, v. (...heden), dwaze handelingen, ijdele woorden; blooheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: