laat los
laat los - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van loslaten 2. gebiedenwijs van loslaten
Wiktionary (2019)
laat los - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van loslaten 2. gebiedenwijs van loslaten
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aanduiding voor een gevreesd kaasgebrek, dat wordt veroorzaakt door een propionzuurgisting. Er ontstaan dan grote gaten in de kaas en de smaak wordt zoetig. In kaaswinkels wordt kaas met dergelijke extra grote gaten vaak aangeprezen als Hollandse gruyèrekaas.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: