Wat is de betekenis van Kruistocht?

kruistocht - Zelfstandignaamwoord 1. (militair) (religie) (geschiedenis) De kruistochten of ook wel kruisvaarten waren militaire ondernemingen van de westerse christenen tussen 1095 en 1271 in Palestina. ♢ In overdrachtelijke zin kan met kruistocht elke ideologisch gemotiveerde, heftige poging om veran...

kruistocht - zelfstandig naamwoord uitspraak: kruis-tocht 1. massale, gewapende tocht om het Heilige Land te bevrijden ♢ in de middeleeuwen werden er kruistochten gehouden Zelfstandig naamwoord: kruis-tocht de kruist...

Kruistocht is de naam van de gewapende tochten die christenen van de elfde tot eind dertiende eeuw ondernamen naar het Heilige Land om de heilige plaatsen op de Mohammedanen te veroveren. Tegen het einde van de elfde eeuw kwam de eerste kruistocht op gang. Hoewel, of misschien zelfs juist omdat de meeste deelnemers berooid, afgepeigerd en paardloos...

Een poging van christelijke legers (van 1096 tot 1270) om Jeruzalem in Palestina in bezit te krijgen.

In M.E. krijgstocht voor het geloof, vooral ter bevrijding van het Heilige Land. Bij de eerste K. worden geen deelnemers genoemd. Tijdens de tweede hielpen Fr. kruisvaarders bij de verovering van Lissabon (1147). Bij de derde namen Friezen deel aan het beleg van Akko (1189-91) en vochten daarna onder Richard Leeuwenhart. In 1197 voeren Friezen ond...

s., krústocht.

...

m. (-en), 1. naam voor de van het einde der lle tot het einde der 13e eeuw door de Christenen van West-Europa ondernomen gewapende tochten naar het Heilige Land, om de heilige plaatsen aan de handen der Mohammedanen te ontweldigen; 2. (fig.) georganiseerd, heftig of vurig optreden van een groep personen tegen iets dat zij verkeerd, ofwel voor iets...

m. -en; krijgstocht in de Middeleeuwen tot bevrijding van het H. Land; ook: oefeningstocht van schepen; de eerste kruistocht onder Godfried van Bouillon (1096-’99).