kruik
kruik - Zelfstandignaamwoord 1. een fles of zak die gevuld is met warm water en die dient om het bed te verwarmen ♢ Leg even die kruik in mijn bed. 2. een vat om een vloeistof in te bewaren en om die eruit te schenken ♢ We namen een kruik mee op onze expediti...