Wat is de betekenis van Krap, nauw?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krap, nauw

bn. bw., 1 . nauw', nauwsluitend: mijn jas wordt mij te krap ; die schoenen zijn mij te krap ; — (zeew.) krap water, nauwlijks diep genoeg om te kunnen varen : krap in de wind zeilen, hoog aan de wind, met de wind bijna recht tegen; 2. krap zitten, er krap bij zitten, schraal in het geld ; 3. zonder...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

krap, nauw

bn. en bw., 1. nauw, nauwsluitend: die jas zit nogal -, die schoenen zijn mij te —; (scheepvaart) water, nauwelijks diep genoeg om te kunnen varen; — in de wind zeilen, hoog aan de wind, met de wind bijna recht tegen; 2. — zitten, er bij zitten, te weinig geld hebben; 3. zonder speelruimte: — meten, net aan, niet te ruim...