krach
...
Wiktionary (2019)
krach - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) ineenstorting van een handelshuis of bank, die een crisis veroorzaakt Woordherkomst van het Duitse Krach Verwante begrippen bankroet, failliet, faillissement, deconfiture, staatsbankroet
Aegon (2015)
Krach is een ineenstorting van de effectenbeurs door sterk dalende aandelenkoersen. Als dit gebeurt, is er vaak sprake van een neerwaartse spiraal omdat beleggers elkaar volgen (kuddegedrag).
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
krach - Term om aan te geven dat de koersen op een effecten- of andere beurs plotseling scherp dalen. Zo spreekt men bijvoorbeeld van de krach van 19 oktober 1987. De koersen op Wall Street daalden toen op één dag met meer dan 20%. Ook wel ‘crash’ genoemd.
Genootschap Onze Taal (2001)
Aan welke taal is het woord krach ontleend? a Het komt van het Franse craquer (‘mislukken’), b Krach komt van het Middelnederlandse cracht (‘kracht’), c Het is ontleend aan het Duits, waar het een afleiding is van het werkwoord krachen: ‘springen’.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Du. Krach = lett.: kraak, groot bankroet] zware beurs- of zakencrisis, plotselinge ineenstorting van bank of handelsfirma, die andere meesleept.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: