Wat is de betekenis van Koninkrijk?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koninkrijk

koninkrijk - Zelfstandignaamwoord 1. (regering)(adel) een staatsvorm met een koning aan het hoofd 2. (biologie) een taxonomische rang Woordherkomst Samenstelling van koning en rijk, met regressieve assimilatie Verwante begrippen [1] republiek, [2] phylum, taxon

2024-04-26
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Koninkrijk

Koninkrijk der hemelen, hemel; (fig.) volmaakte toestand. Matteüs is de auteur bij wie Jezus de hemel als koninkrijk der hemelen (in deze vorm in de oudere vertalingen) voorstelt, bijvoorbeeld in zijn zaligsprekingen, waar hij als beloning deze volmaakte verblijfplaats in het vooruitzicht stelt aan eenvoudige en arme mensen (zie ook onder Zalig). A...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

koninkrijk

koninkrijk - zelfstandig naamwoord uitspraak: ko-nink-rijk 1. land waarover een koning of koningin regeert ♢ Willem Alexander is koning van het koninkrijk der Nederlanden Zelfstandig naamwoord: ko-nink-rijk het konin...

2024-04-26
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

Koninkrijk

Het huidige Koninkrijk der Nederlanden dateert van 1815, toen de eerste Grondwet voor het Koninkrijk tot stand kwam. Men baseerde zich daarbij op de in maart 1814 aanvaarde Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden, bedoeld voor het ‘soeverein vorstendom’ dat Nederland van 1813 tot 1815 was. Daarvoor was Nederland kort een koninkrijk gewe...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

koninkrijk

koninkrijk - Landen met een koning of koningin als staatshoofd.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Koninkrijk

s.n., keninkryk (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koninkrijk

o. (-en), 1. land, rijk, waarover een koning of een koningin regeert; 2. (flg.) het koninkrijk Gods, der hemelen, de hemel; het koninkrijk der verbeelding, het gebied waar die heerst.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

koninkrijk

o. -en (rijk of staat met een koning[in] aan ’t hoofd): het koninkrijk der Nederlanden; fig. het koninkrijk der hemelen, de Hemel met God als koning.