knotten
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
(knotte, heeft geknot), tot een knot maken ; 1. (van bomen en dikke takken) de top, resp. de zijscheuten afhakken van : geknotte stammen, kruinen; loilgen knotten; 2. (van lichaamsdelen of de einden daarvan) ze van de top ontdoen, resp. afsnijden, korten: een geknotte staart; de wieken der verbeelding knotten; 3. van de...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip knotten heeft 3 verschillende betekenissen: 1) bomen e.d. inkorten. bomen, struiken of dikke takken van hun top of zijscheuten ontdoen. 2) kosten besparen. kosten besparen; bezuinigen, korten, besnoeien. 3) woorden bekorten. woorden inkorten, bekorten. Alleen in de vorm van het adjectivisch voltooid deelwoord aa...
Wiktionary (2019)
knotten - Werkwoord 1. (ov) (bijv. van wilgenbomen) van de top of van zijscheuten ontdoen 2. (ov) van de top ontdoen, respectievelijk afsnijden 3. (ov) onderdrukken, breken knotten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord knot
Getty Research Institute (1990)
knotten - Kapsels waarbij een grote hoeveelheid haar in de nek of achter op het hoofd om zichzelf of om een vorm is gedraaid.
M. J. Koenen's (1937)
I. knotte, h. geknot (1 de top, de punt er afslaan, afsnijden; 2 fig. verzwakken, kortwieken): 1. een wilg knotten, een paal knotten; 2. iems. macht knotten; misschien etym. = knotten II; II. knotte, h. geknot (ineendraaien, strengelen tot een knot): het gehekelde vlas knotten.
Jozef Verschueren (1930)
('knottən) (knotte, heeft geknot) 1. de top of de punt van iets afslaan, inkorten: een wilg, een paal -. 2. verminderen, verzwakken, fnuiken, kortwieken : iemands macht -; de wieken der verbeelding -. 3. tot een knot draaien, strengelen : vlas -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: