Wat is de betekenis van kerkleraar?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kerkleraar

m. (-s), 1. predikant; 2. (R.-K.) een kerkelijk schrijver die door heiligheid en wetenschap heeft uitgemunt en daarom door de Kerk met de titel van Doctor Ecclesiae is vereerd.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kerkleraar

kerkleraar - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) eretitel die in de Rooms-Katholieke Kerk wordt toegekend aan schrijvers die uitmunten door hun schrijftalent Martin Luther kan zowel voor lutheranen als katholieken een kerkleraar zijn. Woordherkomst samenstelling van kerk en leraar

2025-07-16
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kerkleraar

titel verleend aan een kerkelijk schrijver wegens zijn heilige levenswandel, geleerdheid en zuiverheid in de leer.

2025-07-16
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

KERKLERAAR

(Lat.: doctor Ecclesiae) is een titel, die slechts gegeven wordt in een uitdrukkelijke verklaring, waarbij in een bepaald persoon naast zuiverheid in leer en heiligheid van leven ook grote geleerdheid erkend wordt. Voor het eerst geschiedde dit in 1295 door Bonifatius VIII ten aanzien van de grote vier Westerse kerkleraren: Ambrosius, Augustinus, G...

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kerkleraar

(Doctor ecclesiae), titel, die door de paus aan sommige op bijzondere wijze uitmuntende kerkelijke schrijvers van vroeger of later tijd verleend is. Als de grootste kerkleraars vereert men in het W. sinds de 8e eeuw Hiëronymus, Ambrosius, Augustinus en Gregorius de Grote. In de loop der eeuwen zijn hieraan vele anderen toegevoegd.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kerkleraar

m. -leraren (R.-K. kerkelijke schrijver, die door buitengewone geleerdheid en zuiverheid in de leer zich onderscheidde; ook wel: predikant): Hiëronymus † 420, Augustinus † 430, zijn kerkleraren.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kerkleraar

m. (...raren, -s) 1. Kat. kerkelijk schrijver, verklaarder van de Openbaring: de H. Petrus Canisius is een -. 2. Prot. leraar van een kerk, predikant.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kerkleraar

m. (-leraren, -s), 1. predikant; 2. in de Rooms-Katholieke Kerk een kerkelijk schrijver die door heiligheid en wetenschap heeft uitgemunt (e). (e) Toekenning van de titel kerkleraar (doctor ecclesiae) gebeurt in een plechtige proclamatie door de paus. Als eersten werden in 1295 Augustinus, Ambrosius, Hiëronymus en paus Gregorius de Grote tot k...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)