Kenteren
Kenteren - ook omslaan, → kapseizen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(kenterde, heeft en is gekenterd), I. overg., (w. g.) 1. doen kantelen: een balk kenteren; — een schip kenteren, overzij halen (b.v. om het te herstellen) ; 2. overladen (goederen van het ene schip in het andere); II. onoverg., 1. (van een vaartuig) kantelen, omslaan door verplaatsing van het zwaartepunt ; — omrollen...
M. J. Koenen's (1937)
kenterde, h. (1), i. (2) gekenterd (1 doen kantelen, omrollen; v. goederen: overladen door ze te kantelen; 2 kantelen, omslaan, omrollen): 1. een kist kenteren, een balk kenteren; een schip kenteren, opzij halen teneinde het te herstellen; 2. een schuit kan kenteren; het tij kentert, verandert.
Jozef Verschueren (1930)
('kentәrәn) (kenterde, gekenterd) [kant] I. (heeft) 1. doen kantelen, omrollen: een balk -. 2. kantelend overladen: goederen op een ander schip -. 3. op zijde halen om het van onderen schoon te maken: een schip -. II. (is) 1. kantelen: het schip kentert. 2. over zij gaan, omslaan: een schip kan -. 3. omslaan, veranderen nl. a. van het...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(kenterde, heeft en is gekenterd), I. (overg.) 1. doen kantelen: een balk —; een schip —, overzij halen (b.v. om het te herstellen); 2. overladen (goederen van het ene schip in het andere); II.(onoverg.) 1. (van een vaartuig) kantelen, omslaan door verplaatsing van het zwaartepunt; omrollen; 2. het tij kentert, het slaat om, de e...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Kenteren, - 1) omslaan van een vaartuig, 2) kenteren van het tij, wanneer de eb overgaat in den vloed of omgekeerd.
J.Pluim (1911)
afl. van kant, evenals kantelen: op een anderen kant wenden ; de kentering tusschen de passaten = de wending, de verandering van richting. Bij Da Costa: ,,Dan kentert de kans”.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: