Wat is de betekenis van karekiet?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

karekiet

in riet nestelende zangvogel. in riet nestelende zangvogel waarvan in onze streken de kleine karekiet en de grote karekiet als trekvogel voorkomen en die herkenbaar is aan zijn effen bruine rugzijde, een witte en beige onderzijde en een roep die klinkt als zijn klanknabootsende naam. Voorbeelden: De karekieten (zowel de kleine als de...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

karekiet

karekiet - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) een vogel uit het geslacht Acrocephalus In het riet klonk de roep van een karekiet.

2024-04-30
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Karekiet

Zie Karrekiet. p.441) en conform de interpretatie van de NSG 1997 sub verdubbeling p.60-61. Doordat de klemtoon (klanknabootsend terecht) op de lettergreep -kiet valt, kan de a van de onbeklemtoonde lettergreep karin klank gaan variëren (het fenomeen dat soms tot vortoniges a leidt; zie Verantwoording: Termen), met als gevolg dat misschien som...

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Karekiet

zangvogel

2024-04-30
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Karekiet

zie rietzangers.

2024-04-30
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Karekiet

De rietvelden hebben een koning; dat is de karekiet; hij roept zichzelf bij zijn eigen naam. De karekiet eet insecten en bessen en zijn nest hangt hij op aan rietstengels.

2024-04-30
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KAREKIET

Vogel. In Frl. is de grote K. algemener dan de kleine K. Beide in het riet; de eerste ook in sloten met rietkragen op de klei.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Karekiet

s.; kleine —, reidfinkje (it); grote —, reidmosk, reid(k)lyster.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Karekiet

m. (-en), bruine zangvogel die tot de zogenaamde rietzangers behoort: de Grote karekiet, ook rietlijster of dubbele karekiet geheten, heeft zijn naam aan zijn zang te danken: karrekarrekiet, mijn nestje zit in 't riet enz. zingt de jeugd van hem (Acrocephalus arundinaceus); de Kleine karekiet of...