Wat is de betekenis van kapotje?

2023-06-09
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

kapotje

(1863) (inf.) condoom. Afgeleid van het Franse 'capote' (kapokjas), waarin we het Latijnse woord 'cappa' (kap) terugvinden. Een kapot(je) was een om het hoofd sluitende dameshoed (WNT), die rond 1928 in de mode was. Bij Boekenoogen ook vermeld als de naam van een gehaakte vrouwenmuts. In de betekenis van mannelijk voorbehoedmiddel werd het woord al...

Lees verder

Direct toegang tot alle 13 resultaten over kapotje?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-09
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kapotje

condoom. voorbehoedmiddel, dat bestaat uit een rekbaar hoesje van latex of een andere kunststof dat voor de geslachtsgemeenschap over de penis in erectie wordt geschoven en dat, in tegenstelling tot veel andere voorbehoedmiddelen, beschermt tegen seksueel overdraagbare aandoeningen; voorbehoedmiddel voor mannen; anticonceptiemiddel voor mann...

Lees verder
2023-06-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kapotje

kapotje - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel), (seksualiteit) voorbehoedsmiddel dat om de penis aangebracht wordt Ga wat kapotjes halen! Woordherkomst afgeleid van kapot Synoniemen condoom

Lees verder
2023-06-09
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Kapotje

Kapotje - condoom. Betekent eig. dameshoed die om het hoofd sluit. Fr. capote. Zie ook Engels jasje.

2023-06-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kapotje

kapotje - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-pot-je 1. rubber zakje voor om de penis ♢ ik vrij met een kapotje of ik vrij niet Zelfstandig naamwoord: ka-pot-je het kapotje de kapotjes...

Lees verder
2023-06-09
Woordenboek Van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

kapotje

Condoom. Afgeleid van het Franse ‘capote’ (kapokjas), waarin we het Latijnse woord ‘cappa’ (kap) terugvinden. Een kapot(je) was een om het hoofdsluitende dameshoed (WNT), die rond 1928 in de mode was. Bij Boekenhoogen ook vermeld als de naam van een gehaakte vrouwenmuts. In de betekenis van mannelijk voorbehoedmiddel werd het woord al gebruikt door...

Lees verder
2023-06-09
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Kapotje

[Fr. capote, verklw. van cape; zie kapotjas en cappa] (veroud. bep. dameshoedje met linten onder de kin vastgestrikt; (thans) condoom.

2023-06-09
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kapotje

dameshoedje; condoom

2023-06-09
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

kapotje

kapotje - condoom; eig. ‘om het hoofd sluitende dameshoed’ (ca. 1928 in de mode). In het Fr. capote ‘kapothoed’. Ze maken moraal, lullen over Tolstoï en koopen kapotjes, HEYERMANS, Kamertjeszonde 122 [1896].Lieverd, ... doe je broekie maar uit, dan zat ik effe een kapotje om je dingetje doen, RvzR. 16 [1972].

Lees verder
2023-06-09
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kapotje

gummiovertrek als voorbehoedmiddel tegen zwangerschap of besmetting; ouderwets dameshoedje.

2023-06-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kapotje

o. (-s), 1. soort van boven op ’t hoofd staand dameshoedje ; 2. gummi-overtrek als voorbehoedmiddel tegen zwangerschap of besmetting, condoom.

Lees verder
2023-06-09
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

kapotje

o. 1 klein dameshoedje (met linten onder de kin); 2 condoom.

2023-06-09
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kapotje

o. (-s), 1. soort van boven op het hoofd staand dameshoedje; 2. condoom.

Lees verder