kantoor - vagina; eig. ‘kist waarin waardevolle zaken worden bewaard’; zie andere benamingen voor kostbaarheden als b.v. parel, pendant, kleinood. Dan maeckt men die vrouwe vrolijck ende droncken, ende dan soo verliesen sy ghemeynlijck den sluetel van haren contoore, X Esels (ed.
ELSLANDER) 44, 31 [1530].