kalmte
kalmte - Zelfstandignaamwoord 1. rust, stilte, koelbloedigheid, gemoedsrust Woordherkomst afgeleid van kalm met het achtervoegsel -te Verwante begrippen rust, rustigheid, sereniteit
Wiktionary (2019)
kalmte - Zelfstandignaamwoord 1. rust, stilte, koelbloedigheid, gemoedsrust Woordherkomst afgeleid van kalm met het achtervoegsel -te Verwante begrippen rust, rustigheid, sereniteit
Muiswerk Educatief (2017)
kalmte - zelfstandig naamwoord uitspraak: kalm-te 1. toestand van rust, afwezigheid van opwinding, onrust, wanorde ♢ we vonden de kalmte aan het meer weldadig 2. toestand waarin iemand zijn emoties beheerst ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., bidaerdens, evenredigens, dimmenens, rêstigens; tot — komen, bida(e)rje, bikomme, bitommelje.
Jozef Verschueren (1930)
('kalmtə) v. het kalm zijn : de – (der zee) hield nog dagen aan; de – is weer hersteld; – des gemoeds; – overwint ten slotte elk affekt. Syn. →: bedaardheid.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. afwezigheid van beroering, staat van rust, of stilte: — op zee, windstilte; 2. voortdurende toestand van rust, afwezigheid van wanorde of drukte: de trouwerij had in alle plaats, zonder omslag, vertoon; 3. bedaardheid: iemand tot — brengen; toestand waarin men zijn emoties beheerst: zijn — bewaren, verliezen; met —...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: