Wat is de betekenis van kakelen?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kakelen

(kakelde, heeft gekakeld), 1. het roepen der kippen, inz. als zij gelegd hebben, vand. oneig. als „zeggen” tgov. „doen” gesteld; 2. (fig.) luid en druk praten, snateren ; — kletsen, lellen ; druk spreken (over); kwaadspreken ; — luid door en tegen elkander in praten, twisten; 3. (van kleuren) schel afsteken, vl...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kakelen

kakelen - Werkwoord 1. (inerg) (dierengeluid) geluiden voortbrengen zoals kippen dat doen Toen hij de kippen kwam voeren, kakelden zij opgewonden en pikten hongering naar het voer. 2. (inerg) overdrachtelijk zinloos en luid praten En dat mens kakelde de h...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kakelen

kakelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ka-ke-len 1. tok tok roepen ♢ de kippen zaten te kakelen op hun stokken 2. hard en druk praten ♢ wat zaten die moeders weer te kakelen Regelm...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kakelen

v., keakelje; (luid babbelen). kweakje, tsjetterje.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kakelen

kakelde, h. gekakeld (1 het geluid van kippen [die gelegd hebben], ook wel van andere dieren; 2 fig. luid babbelen, snateren): 1 ik hoor twee kippen kakelen; een kooi met een kakelende papegaai; 2 meisje, zit je weer te kakelen?

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kakelen

('ka:kələn) (kakelde, heeft gekakeld) [klnb.] 1. roepen der kippen die gelegd hebben : -de hennen. 2. het maken van dergelijk geluid bij andere vogels : een -de papegaai. 3. luid babbelen, zodat men zich alleen van het gesprek meester maakt : een -d oud vrouwtje. Syn. →: babbelen.