Wat is de betekenis van kaats?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kaats

Het begrip kaats heeft 4 verschillende betekenissen: 1) slag in het kaatsspel. onbeslist punt, wanneer een opgeslagen bal door de tegenpartij zodanig wordt geretourneerd dat hij in het vak van het opslaande team blijft liggen, op een plaats die vervolgens wordt gemarkeerd door een wit of een rood blokje. 2) direct teruggespeelde pass....

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kaats

(2008) (voetb.) het direct terugspelen van de bal. • Hamdi Harbaoui (Sporting Lokeren): coach Peter Maes was zeer tevreden met de prestatie van zijn diepe spits: goed in de kaats, sterk als aanspeelpunt en efficiënt voor doel. (https://sportmagazine.knack.be, 16/09/2013) • Dat het technisch niet allemaal even hoogstaand is en er in...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kaats

kaats - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaatsen ♢ Ik kaats 2. gebiedende wijs van kaatsen kaats! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaatsen kaats je?

2024-04-29
Verschillende speciale woordenboekjes

Instituut voor de Nederlandse Taal (2019)

Kaats

pass die zonder de bal te stoppen meteen teruggespeeld wordt.

2024-04-29
EK-voetbalwoordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal (2008)

kaats

kaats, pass die zonder de bal te stoppen meteen teruggespeeld wordt.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kaats

gekaats, spel met gomlastiekbal binne bepaalde grense speel.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kaats

s., keats.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaats

v., 1. plaats waar de (kaats)bal valt, daar geplaatst merk, en vand. punt van winst of verlies: de kaats winnen; de kaats tekenen of leggen; de kaats missen; — (w. g.) (fig.) hij weet de kaats wel ie tekenen, hij weet wel in zijn voordeel te rekenen; teken die kaats, let daarop, onthoud dat; 2. (gew.)...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kaats

1 v. (plaats, waar binnen bepaalde grenzen de met de hand heen en weer geslagen bal ten slotte neerkomt; het teken aldaar); 2 v. -en (Z.-N. kaatsbal; slag; oorveeg).