Kaak, schandpaal
v. (kaken), houten of stenen verhevenheid waarop eert. misdadigers werden te pronk of ten toon gesteld, gegeseld, gebrandmerkt enz., bij uitbr. ook de schandpaal waartegen zij dan vastgebonden werden; vand.: aan de kaak zetten, stellen, thans alleen fig. gebruikt voor: een persoon of zaak in haar verkeerdheid of belachelijkheid openlijk ten...