Wat is de betekenis van Joods?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Joods

Joods - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) te maken hebbend met het Joodse volk, de Jood|Joden Jom Kippoer is een belangrijk feest voor de Joodse gemeenschap. Woordherkomst Afgeleid van Jood met het achtervoegsel -s Zie ook joods

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

joods

joods - bijvoeglijk naamwoord 1. wat hoort bij de joodse godsdienst ♢ het eten van matses is een joods gebruik Bijvoeglijk naamwoord: joods de/het joodse ...

2024-04-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

joods

joods - Verwijst naar de monotheïstische religie van het joodse volk, waarbij het geloof centraal staat dat de oude Israëlieten de aanwezigheid van God ervoeren in menselijke gebeurtenissen. Joden geloven dat één God de Israëlieten uit hun gevangenschap in Egypte heeft bevrijd, de structuur van een gemeenschappelijk en...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Joods

adj., Joadsk.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Joods

I. bn., 1. van, behorende tot het volk der of tot de Joden: het Joodse land, Palestina; een Joodse vrouw; het Joodse Bruidje, bekend schilderij van Rembrandt; — de Joodse natie, de Joden; 2. in gebruik bij de Joden, hen kenmerkend, hun eigen : Joodse riten; het Joodse ziekenhuis-, de Joodse tijdrekening; ...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Joods

1 bn., bw. ([als] van, eigen aan, betrekking hebbende op een Jood, de Joden, de Mozaïsche leer): het Joodse land, Palestina; het Joodse volk; 2 o. (de Joodse taal).

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Joods

(jo:ts) 1. bn. van, eigen aan, betreffende de Joden : -e gewoonten. 2. o. Joodse taal, dialekt.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

joods

I. bn., 1. van, behorend tot het volk van de of tot de joden: het joodse land, Palestina; een joodse vrouw; 2. in gebruik bij de joden, hen kenmerkend, hun eigen: joodse riten; de joodse tijdrekening; een — type; een — accent; op zijn —, naar de manier van de joden, ook: achterstevoren; II. bw., op de manier van joden: wat spre...