Wat is de betekenis van joekel?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

joekel

kanjer. iets wat zeer groot is in zijn soort; kanjer. Voorbeelden: Samsung heeft een mobiele GSM/GPRS-telefoon gekruist met een horloge [...]. Met de maten 37.8 x 64 x 17.7 mm is het ook niet een echt joekel om je pols. Rotterdams Dagblad, 2003 Vooral de hoornaar is een joekel, anderhalf tot tweemaal zo groot (en pijnlijk) al...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

joekel

1) (1965) (Barg.) gezegd m.b.t. iets groot; kanjer. Soms ook: joeker. Vgl. jetser*. • Afijn, ik krijg een paar grote schuiten met hoge joekels deronder. (Albert Mol: Wat zien ik? 1965) • En ik heb een joekel van een aambei... (Hans Plomp: Het Amsterdams Dodenboekje. 1970) • Pap ram en toen gaf ik 'm een joekel! (Arie B. Hiddema: Da...

2024-04-28
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Joekel

Joekel - ouwe joekel: aanspreekvorm voor een bijna afgezwaaid soldaat.

2024-04-28
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

joekel

(zn) groot exemplaar BM.

2024-04-28
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

joekel

Waar komt joekel vandaan? a Het Middelnederlandse joekel was de algemene benaming voor een dier dat een joc (een juk) kon dragen. Veelal waren het ossen en paarden die een juk om de hals kregen, bijvoorbeeld als ze de akkers moesten ploegen. b Het is ontleend aan het Romani, de taal van de zigeuners. Dshuklo betekent ‘ho...

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Joekel

slangwoord voor ‘kanjer’, vaak in combinatie met ‘van een’ gebruikt om iets groots aan te duiden: een joekel van een huis/ kast enz.In de meervoudsvorm kan het ook ‘borsten’ bet. In de oudste Bargoense vindplaats (reeds 1890) is de bet. ‘hond’. Het woord komt via het Rotwelsch (Schuckel; Tschuckel; Suttel;Juckel)uit de zigeunertaal (dshuklo‘hond’,...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Joekel

kanjer; hond (Barg.)

2024-04-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

joekel

joekel - (joeker), eig. ‘iets groots’, vandaar zowel voor een: groot fors geslachtsdeel als (in ’t mv.) voor: grote vrouwenborsten.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Joekel

(Barg.) hond.