Wat is de betekenis van Jantje?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Jantje

1) (inf.) matroos; marinier. Kijk onder Jan (4). 2) (2001) (ziekenh.) klein, rechthoekig steunkussentje voor lang liggende patiënten, voor positionering in zowel bed als stoel. Syn.: jaapje*. • (Ton Spruijt: Johannes. Het groot Jannenboek. 2001) p. 53 • Het Jantje kussen is zeer geschikt voor de zorgsector. Inclusief...

2024-04-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

jantje

Zie Johannes

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Jantje

Jantje - Eigennaam 1. (vrouwelijke naam) meisjesnaam Jantje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Jan

2024-04-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

jantje

jaar (in de gevangenis); strafjaar In deze betekenis in 1731 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht, in de vorm jantjee. Volgens sommigen afgeleid van het Hebreeuwse sjana, dat ‘jaar’ betekent; volgens anderen van het Hebreeuwse jamim, dat ‘dagen’ b...

2024-04-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

jantje

(< Hebr. jamin, jaar), gevangenisjaar, strafjaar: ‘Vijf Jantjes’ dat ’s vijf jaar ... ‘Had ’k nou m’n bek maar gehoue, dan was ’k d’r met achttien maanden af geweest!’ ABRAMSZ 232.

2024-04-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Jantje

zie F. Hess.

2024-04-28
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Jantje

Jantje - zie F. Hess.

2024-04-28
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Jantje

v -> Johannes.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Jantje

(de, -s), Nederlandse soldaat. Woedend als ik geweest had kunnen zijn, betast ik het legergroen dat sinds het vertrek van de Jantjes uit Paramaribo een heel andere betekenis heeft gekregen ( ) (Vianen 1979b: 16). -Etym.: AN J. = matroos, i.h.b. van de oorlogsvloot. WNT (1926) citeert één geval, een gedicht uit 1672 van J. Westerbaen,...