Wat is de betekenis van jakkeren?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

jakkeren

Het begrip jakkeren heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zich zeer gehaast voortbewegen. zich zeer gehaast en overmatig snel voortbewegen, veelal al rijdend, fietsend of lopend. 2) gejaagd bezig zijn. gejaagd met iets bezig zijn of naar iets streven.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jakkeren

jakkeren - Werkwoord 1. ergatief zich haastig, jachtig ergens heen voortbewegen Hij was even op de motor op en neer naar Rome gejakkerd. 2. (inerg) haastig, jachtig voortbewegen, rijden Er werd door de motorjongens flink gejakkerd. 3. (ov) ~...

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

jakkeren

jakkeren: krom gebogen over het stuur de pedalen geselen, zijn fiets vooruit stoempen.

2024-04-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

jakkeren

jakkerde; h. gejakkerd) 1 (ov ww) - (bij het fietsen) onbarmhartig open voortjagen 2 (onov ww) - overmatig, onbehoorlijk hard fietsen. • Diep over het stuur gekromd, z’n mond wijdopen, z’n haren klapperend in z’n nek, jakkerde hij over het jaagpad langs het kanaal. (ARNOU)

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jakkeren

v., jakkerje, jekkerje, jetterje, jitterje.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jakkeren

(jakkerde, heeft gejakkerd), 1. (overg.) onbarmhartig aandrijven, voort jagen, bij het rijden of werken; 2. overmatig, onbehoorlijk hard rijden; — zich overmatig haasten met zijn werk.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jakkeren

jakkerde, h. (1, 3), i. (2) gejakkerd (1 iem., mens of dier, onbarmhartig aandrijven, voortjagen; 2 onbehoorlijk hard rijden; 3 haastig bezig zijn): 1 de paarden niet zo jakkeren! 2 wat heeft de koetsier weer gejakkerd; 3 zij jakkerde de uren door tot de middag.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jakkeren

('jakkərən) (jakkerde, gejakkerd) [Intens. jagen] I. (heeft) 1. onbarmhartig aandrijven, voortjagen : een paard -. 2. onbehoorlijk hard rijden : wat heeft die koetsier er over gejakkerd! II. (is) driftig bezig zijn : hij jakkerde tot de avond toe.