Wat is de betekenis van ipso facto?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ipso facto

noodzakelijkerwijs. (Latijn, letterlijk 'door het feit zelf') noodzakerlijkerwijs; als gevolg van het in het voorgaande genoemde; als noodzakelijk gevolg (daarvan); vaak ook weer te geven met: vandaar; bijgevolg; derhalve; dus. Voorbeelden: Indien slechts vijf mensen ter wereld zich met een bepaald probleem uit de fundament...

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ipso facto

[Lat.] door de daad zelve (bijv. een banvloek oplopen); (in spraakgebruik ook:) vanzelf, onontkoombaar.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ipso facto

noodzakelijkerwijze

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ipso facto

door de daad zelf; feitelijk.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ipso facto

(Lat.), door dat feit zelf; noodzakelijkerwijs.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

ipso facto

(Lat.) door de daad zelf, uit kracht v. d.daad.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ipso facto

(Lat. door de daad zelf; feitelijk).

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ipso facto

('ipso 'fakto) [Lat.] door, uit kracht van het feit zelf.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ipso facto

beteekent: door de daad zelf, metterdaad. Het komt op kerkelijk terrein o.a. voor in het Onderteekeningsformulier voor de Dienaren des Woords. Nadat zij eerst verklaren in te stemmen met de drie Formulieren van eenigheid en voorts beloven, deze leer naarstiglijk voor te staan, en de dwalingen, die er tegen strijden te weren, verplichten zij zich, i...