Wat is de betekenis van iemand een luik dichtspijkeren?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

iemand een luik dichtspijkeren

(1915) (sold.) iemand een blauw oog geven. Zie ook: luiken, luikies, luikjes. • Het is niet verstandig, zelfs „daas" te „rijden" (kwaad worden), al doet het „kiften" (plagen), „voeren” en „kankeren” (treiteren, sarren) iemand „de dampen aan", en al zou men in verzoeking komen den schuldige &bdquo...