Wat is de betekenis van Horloge?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

horloge

(18e eeuw) (plat) vrouwelijk geslachtsdeel. Reeds opgetekend bij H. Doedyns (Mercurius, behelzende vermakelyke en andere reflexien. 1735). Vgl. klokkenspel* voor het mannelijk geslachtsdeel. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • (Robert Henk Zuidinga: Sexicon. Sexuele taalgid...

2024-04-26
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Horloge

Horloge - 'rit tegen het horloge': tijdrit. Fr. course contre la montre; Eng. race against the clock.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

horloge

horloge - zelfstandig naamwoord uitspraak: hor-lo-ge 1. klokje om je pols ♢ het bandje van mijn horloge is stuk Zelfstandig naamwoord: hor-lo-ge het horloge de horloges

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Horloge

zakuurwerk

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

horloge

horloge - Uurwerken die klein en handig genoeg zijn om op het lichaam te worden gedragen.

2024-04-26
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

horloge

horloge - vrouwelijk geslachtsdeel (vgl. ook klokkespel voor het ‘mann. lid’). Om dal sy ter quader trouwe een wyser op haer orloge heft weten te krygen, hoewel haer Vader dit lieve kind opgeslooten gehouden had, DOEDYNS, Haegse Mercur. 3 [8 July 1699] [1735].

2024-04-26
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Horloge

in zijn tijd van ontstaan omschreven als een uurwerk dat zonder gewichten veertig uren wijst en slaat, zelfs wanneer men het op de borst of in de buidel draagt (1511). Het oudste nog bewaard gebleven horloge, dat aan deze omschrijving beantwoordt, stamt uit ca. 1510 en wordt toegeschreven aan Peter Henlein in Neurenberg. Het bezit een enkele wijzer...

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

horloge

(de, -s), (ook:) klok. Grote koekoeksklok tikte tevreden. Max, je moet die horloge ketting geven, bekte Airis zomaarzo (Cairo 1979b: 20). - Etym.: Ook in BN, in AN veroud. (zie WNT 1912). S oloisi = horloge, klok. Zie ook: pols.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Horloge

s.n., horloazje (it), klokje (it).