Wat is de betekenis van hopen I?

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hopen I

('ho:pən) (hoopte, heeft gehoopt). 1. op hopen zetten ; het graan op elkaar gehoopt. 2. zich -, zich tot een hoop vormen : onweerswolken zich in ’t verschiet.

Gerelateerde zoekopdrachten